6u45, ik kruip uit mijn tent op het grootste kampeerterrein
ooit. Enkele Philles hebben met hun boomzagen de rust verstoord en ook een
gezwel in mijn matras zorgt voor een zeer onrustige nacht. En dat net voor de
zwaarste rit van de week: typisch!
Spek met eieren, vakkundig mismeesterd door Benoit, geserveerd
met pistolekes: zelfs dat begint te smaken na 4 dagen fietsen en “recuperen” ’s
avonds. Drie grote boodschappen later ben ik dan toch klaar voor de start. Iets
voor 9.00 uur bollen we buiten voor wat een lange, harde dag in het zadel zal
blijken.
Een dikke 25 kilometer kunnen we opwarmen alvorens een
eerste kleine klim aan te vatten. Iedereen rijdt met wat terughoudendheid naar
boven, want slechts enkele kilometers later volgt (de wat we tot denken)
hoofdbrok van de dag. De Schliffkopf lijkt op papier mee te vallen. Ok, 17 km
is niet van de poes, maar het gemiddelde percentage zijn niet beestachtig. Er
zitten echter enkele dalende stroken in, dit maakt dat er ook enkele kilometers
aan 8 en 9% te bedwingen zijn. De zon geeft ondertussen ook al fameus van
jetje, dus uiteindelijk valt die Schliffkopf nog ontzettend tegen. Zeker door de
honderden vliegen die zich te goed doen aan ons zweet dat voor 80% bestaat uit
rosé.
Uiteindelijk zijn de verschillen boven dan ook al redelijk
groot, maar iedereen komt redelijk ok boven. Likkebaardend maken we ons op voor
de afdaling richting Freudenstadt, maar zelfs de afdaling is vandaag geen
makkie. Dalen, beetje stijgen, dalen, beetje stijgen, …Swat, na 77 km eten we
in Dietersweiler heerlijke broodjes met een breed gamma aan beleg. Stefan moet in
de plaatselijke speeltuin nog wat overbodige ballast lozen. De kindjes van Dietersweiler
hebben er bij hun volgende bezoek aan de speeltuin een attractie bij.
We zijn ondertussen over halfweg, maar nog meer dan de helft
van de hoogtemeters worden nog voor onze wielen geschoven.
Dit gaat allemaal gepaard met een loden zon,
die onze lichamen teistert. De bidons zijn sneller leeg dan normaal en de
zonnecreme maakt overuren.
De meeste hellingen zijn zwaar, maar nog enigszins doenbaar.
Één helling na een kleine 130 kilometer pik ik er nog graag uit. Een helling
van meer dan 5 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 5% is
na een zware dag op zich al geen lachertje, maar wat we daadwerkelijk zien
verschijnen is bijna niet te verwoorden. Een poging: 4 keer La Redoute na
elkaar, met telkens een stukje vlak of dalend terrein er tussen in. De Garmins
geven stukken van tot wel 25% aan. Er wordt gestopt, gestapt, gezigzagd, maar
er worden vooral heldendaden verricht.
Stefaan Parmentier neemt het merendeel van de hellingen als
primus voor zijn rekening, maar ook de andere renners beginnen hun goede benen
te vinden nu ons einddoel nadert. Morgen trekken we richting Oostenrijk. Er
wordt een druppel regen en misschien zelfs een onweersbui verwacht. We nemen
het zoals het komt en gaan uit van het allerbeste. Tot morgen!
Tim
Geen opmerkingen:
Een reactie posten