We rijden vlotjes voorbij Hoeilaart en Groenendaal, maar op de steenweg richting St Genesius Rode rijdt ik plat achteraan. Lap! Gelukkig schijnt het zonnetje uitbundig en laten we ons humeur niet verpesten door een platte band!
Plat! |
Dat verloopt goed en we beginnen zowaar te zweten van de warmte... Dat mag ook eens! Tot we ergens in Itterbeek verzeil geraken...
Daar gaan mijn compagnons in de remmen, maar ik let blijkbaar even niet op en rem niet/te laat. Ik kan me nog net tussen VDP en Jeroen in wurmen, waardoor we niet vallen. Even verder rijden dan, maar ik merk al snel dat er iets mis is. Een dikke slag in mijn wiel en wat spaken gebogen... Jeroen maakt terecht de vergelijking met de gekke fietsen op de pier in Blankenberge. Ik word bijna zeeziek door naar mijn voorwiel te kijken.
Na wat oplapwerk (rem open zetten, wiel omkeren, ...) beslissen we toch maar verder te rijden en de kotste weg naar huis te nemen. Dat de kortste weg door hartje Brussel loopt is minder prettig. Voortdurend remmen, optrekken, uitwijken, ... En dat met een slepend remmetje en een kaduuk wiel door leuke buurten als Sint-Jans-Molenbeek, voorbij het Justitiepaleis en langs de Avenue Louise. Het is eens wat anders!
Ten hoogte van Watermaal-Bosvoorde moet ik lossen op een oplopend stuk en heb ik nog een 15-tal zware kilometers voor de boeg. gelukkig kan ik in Groenendaal terug aanpikken en vlot meerijden tot in Overijse. Het laatste stuk, alleen, tot in Huldenberg, probeer ik nog alles te geven en kom thuis met 86 kilometer op de teller.
Op de pech na een vruchtbare trainingstocht. Nu komt de vraag weer naar boven: fiets herstellen (schakelen ging ook niet meer heel gesmeerd (hehe)) of toch maar vroeger dan voorzien een nieuw exemplaar aanschaffen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten