Zaterdag, 30 april 2011: om 6u in de ochtend loopt de wekker af (en dat na amper 5 uur slapen). Gelukkig had ik alle materiaal en kledij de avond voordien al klaargelegd in de wagen en rest er me - na een stevig ontbijt - enkel nog de fiets te monteren op de fietsenrek.
Doel van de dag: de 155 Km van de 40e editie van Mons-Chimay-Mons overbruggen.
Om 7u pik ik Pieter op in Overijse centrum en wat later Jeroen. Klaar voor een lange dag.
Na een ritje van een kleine 3 kwartier arriveren we in Mons alwaar we een tijdje moeten zoeken naar parking. Het lijkt erop dat we hier niet alleen zijn vandaag.
Twijfel bij ons alle drie over de kleding van vandaag: ze voorspellen mooi weer maar kans op onweersbuien in het zuiden vanaf de namiddag en redelijk wind. We besluiten toch maar met jasje aan te fietsen.
Rond 8u45 zijn we ingeschreven, nog een laatste bevoorrading en we kunnen eraan beginnen. Eerste vaststelling: op het routeblad dat we ontvingen zien we dat de 155 Km eigenlijk 160 Km zullen worden. Wat is uiteindelijk nu nog 5 Km?
Het eerste deel van de rit is een beetje sightseeing in Mons, over de grote markt, even dag zeggen aan Elio en proberen de stad te ontvluchten naar rustiger wegen.
Net buiten de stad zet Jeroen zich al snel op kop van ons groepje en legt er direct de pees op (gemiddeld rond de 30 km/u); ik heb deze rit al eens gereden en ben me aan het bedenken dat dit niet goed gaat aflopen aan dit tempo.
En na 15 Km is het al zover, bij de eerste hellingen moet Jeroen de tred lossen. Te vermoeid aan deze rit begonnen luidt het, en misschien ook niet genoeg gegeten. Pieter doet het hier aanvankelijk ook voorzichtig aan maar dat is doordacht zal blijken.
Voor Jeroen wordt het een zware dag. Hoopvol is dat er 3 bevoorradingen voorzien zijn en de eerste is al na 37 Km.
Terwijl we op het nabijliggende pleintje een wedstrijdje kaatsen kunnen volgen, doen we ons tegoed aan peperkoek, fruit, madeleintjes enz. en worden de bussen flink bijgevuld. De zon begint er goed door te komen en we beginnen ons al te beklagen dat we nog dik gekleed waren.
Na de bevoorrading, direct rechts afslaan en daar verschijnt een helling van 12%. Boven staat de fotograaf ons op te wachten en proberen we nog even te lachen en te doen alsof we fris zitten.
Op naar de tweede bevoorrading: dit deel leidt ons tot Chimay en is eigenlijk de perfecte training: lange wegen, mooie zichten, lange heuvels (die meestal tussen de 4 en 9 % liggen) en vooral veel wind, alleen is het tegenwind. We troosten ons met de gedachte dat we straks rechtsomkeer maken en dan rugwind gaan krijgen. Jeroen komt er na de bevoorrading nog niet helemaal door. Blijkt niet alleen een kwestie van voeding maar ook van krampen. De Jerre vond immers dat een stevige fitnessbeurt de dag voordien de ideale voorbereiding moet zijn van een rit van 160 Km. Maar aan zijn stretching oefeningen te zien onderweg deel ik zijn mening niet.
In Chimay aangekomen, laten we het gelijknamige vocht voor wat het is en zijn we blij met wat cola en suikers.
Het derde deel van de rit is wel vrij zwaar en de heuvels volgen mekaar sneller op. Het wordt een lange lijdensweg voor de Jerre, die ons altijd van nabij volgt maar die we op een bepaald moment toch even kwijt waren. Even teruggedraaid, vinden we hem iets verderop aan het stretchen met hevige krampen. We adviseren hem om een kleine versnelling te trappen en het rustig aan te doen en dat helpt wel blijkbaar. Anderzijds wordt Pieter alsmaar beter en hij houdt zich niet meer gedeisd op de hellingen.
De laatste bevoorrading is er op Km 105. Nog een keer goed bijtanken. De lokale organisators geven ons moed: " nog slechts een kleine 20 Km heuvels daarna wordt het vlakker en wind in de rug."
Vage beloften bleek achteraf, vooral die wind dan. De bewolking nam immers toe, de wind wakkerde nog aan (en wij waren plots blij dat we onze jas aanhadden). We hebben geleerd dat "veranderlijke wind" eigenlijk synoniem staat voor constant wind op kop.
We rijden nu ook voor een groot deel langs de andere kant van de franse grens. Pas na een kleine 20 Km door Frankrijk te fietsen, werd de Jerre zich hier bewust van. ("zoveel franse nummerplaten ... ") . Het was duidelijk zijn dag niet.
Op 150 Km plots nog een publicitaire stand van Aquarius, en dat is meegenomen. In de verte zien we nu de stad Mons terug opduiken. Nog even volhouden dus. Een groep van een man of 8 rijdt ons voorbij aan een niet onaardige snelheid van rond de 35 Km/u en Piet besluit om zijn finale te rijden en aan te pikken. Ik ga met hem mee en ... de Jerre is plots herrezen en sluit ook vlot aan. Tot aan de eerste drukke straten van Mons volgen we deze groep en onze Jerre volgt spelenderwijs . Pieter en ik voelen ons de hele dag bedot door een toneelspeler.
Rond 16u30 komen we aan, moe maar niet kapot. Dat was het doel na 160 Km klimmen en dalen en een strakke tegenwind. Een drankje, even turen naar de teller: 24,5 Km/u., en dan huiswaarts.
Conclusies:
- Of Jeroen heeft zijn zwarte dag al gehad of hij kan enorm toneel spelen
- we hebben de goede snelheid gevonden om zo 'n lange heuvelachtige rit aan te pakken.
- Pieter verteert zijn eerste lange rit zonder problemen
- NIET gaan fitnessen de dag voordien. Indien toch, Aquarius Lemon verhelpt de krampen en geeft je ook vleugels.
Voor diegenen die twijfelen : ' t WAS GEEN TONEEL!!! (Ik heb er nu nog altijd last van).
BeantwoordenVerwijderen